Bhutan
Verstopt op de toppen van de oostelijke Himalaya, met meer bergkloosters dan hoogbouw, is Bhutan het laatst overgebleven Himalaya-koninkrijk, dat zich dapper vastklampt aan zijn cultuur en tradities. Bhutan is als nergens anders. Dit is een land waar de rijst rood is en waar pepers niet alleen een kruid zijn, maar het hoofdingrediënt. Het is ook een diep boeddhistisch land, die zijn tradities met trots hoog in het vaandel heeft staan.
Toch is dit geen land dat in de tijd bevroren is. De historische boeddhistische enclave is langzaam aan het moderniseren, zij het op haar eigen voorwaarden. Je vindt de Bhutanezen goed opgeleid, leuk en zeer goed geïnformeerd over de wereld om hen heen. Monikken checken hun smartphones en locals in 15de eeuwse traditionele gewaden facetimen. Het is deze vermenging van het oude en het moderne dat Bhutan eindeloos fascinerend maakt.
De Bhutanen zijn trots op hun duurzame aanpak van het toerisme. De lokale bevolking waardeert het Bruto Nationaal Geluk boven het Bruto Nationaal Product. Buitenlandse bezoekers betalen een minimumtarief van 250 dollar per dag, waardoor het één van de duurdere bestemmingen ter wereld lijkt. Maar het is de investering meer dan waard.
Ten eerste is er het ongerepte oostelijke Himalaya-landschap, waar besneeuwde toppen boven oerbossen en prachtige traditionele dorpen uitstijgen. Aan dit beeldboeklandschap zijn majestueuze burchtachtige dzongs en kloosters toegevoegd, waarvan vele fungeren als podium voor spectaculaire “tsechus” (dansfeesten) die worden bezocht door een bijna middeleeuws aandoend publiek. Dan zijn er nog de flamboyante boogschutterswedstrijden, de wandelpaden op grote hoogte en de prachtige flora en fauna.
Bhutan is geen gewone plaats. Het is het laatste grote Himalaya koninkrijk, gehuld in mysterie en magie, waar een traditionele boeddhistische cultuur zorgvuldig de wereldwijde ontwikkelingen omarmt.